‘Kleine Astronaut’ gaat over Sigur, een jongetje dat na negen maanden vrolijke zwangerschap maar even heeft geleefd.
Wanneer het dagelijks leven zich over de moeder van Sigur uitstort, biedt schrijven haar houvast. Werkend in de woelige psychiatrie in Amsterdam en zwanger van haar tweede kind, zoekt ze naar brokjes vrije tijd om stil te staan bij wat haar is overkomen. Op verhalende wijze neemt ze de lezer mee in de absurde gebeurtenissen rondom de geboorte van Sigur maar ook tijdens de ingewikkelde rouwperiode die er op volgt. “Ik hou van je," zegt ze tegen haar tweede kind, en ze schrijft: “Het duurde een tijd voor ik dat vanuit het diepst van mijn hart kon uitspreken.”
In het boek komen verschillende familieleden aan het woord waaronder de vader van Sigur. Schrijven blijkt voor allemaal een manier om met de chaos aan emoties om te gaan. Door de intieme input van Sigurs opa, oma’s en een tante krijgt het verhaal over de kleine astronaut een extra dimensie, want het zijn niet alleen de ouders die door een hel gaan; het leven van hun naasten komt eveneens op zijn kop te staan. Het boek heeft als voornaamste doel herkenning, troost en inzicht te geven aan ouders die onderweg zijn in hun rouwproces, maar ook voor naasten, vrienden en hulpverleners kan dit veelzijdige verhaal verdieping geven aan de eigen ervaringen.